Leren van Bomen
‘Ik zie mensen, het zijn net bomen, maar ze lopen rond.’ Dat is wat de blinde man in Betsaïda zegt als Jezus hem geneest van zijn blindheid. Pas als Jezus zijn handen opnieuw op de ogen van de man legt gaat hij ‘helder zien’ (Marcus 8:24-25 NBV21).
Mensen als bomen. Het is een mooie vergelijking. En tegelijk een tegenstelling. Want mensen ‘lopen rond’, bomen niet. Wat een boom kenmerkt is de stevige stam, de takken in de kroon die tot de hemel reiken, en het diepe, wijd vertakte wortelstelsel onder de grond. Toch is die vergelijking helemaal niet zo gek. Want stel je jezelf maar eens voor als een boom. Hoe stevig sta jij? En hoe ver of diep reiken je wortels? Strek je je weleens helemaal uit naar de hemel, met je handen en je gezicht naar boven? Misschien wel met gebalde vuisten van woede of frustratie, of juist met open handen in dankbaarheid en aanbidding.
In de podcastserie en het boek ‘Leren van bomen’ word je meegenomen in een reis langs de bomen in de Bijbel. Van de ceders op de Libanon, de olijfboom en de vijgenboom tot de Levensboom die altijd vrucht draagt. Bomen waar verhalen over geschreven zijn, waar een symbolische betekenis aan wordt toegekend en waar je iets van kan leren.
Ook nu nog spreken bomen tot de verbeelding. In een bos kom je tot rust, een boom geeft schaduw en is een toevluchtsoord voor vogels, insecten en andere dieren. Bomen zijn ook nuttig – ze vormen een grondstof voor papier en hout, leggen CO2 vast en zijn een bron van biodiversiteit. De plannen om bomen aan te planten zijn ambitieus. Nederland moet volgens de ‘bossenstrategie’ er 37.000 hectare bos bij krijgen voor 2030 (Bron: Klimaatakkoord.nl). En wereldwijd zouden er niet minder dan 1 biljoen bomen geplant moeten worden, alleen al om een groot deel van de CO2 uitstoot van de afgelopen decennia op te vangen (Bron: NOS).
Het lijkt erop dat we te lang de aanwezigheid van bomen voor lief hebben genomen. Als een onuitputtelijke bron van hout, of een sta-in-de-weg op grond waar ook huizen gebouwd kunnen worden, en akkers aangelegd. Daar komt langzamerhand verandering in. Onderzoek van o.a. Suzanne Simard, bosecoloog uit Canada, heeft het bestaan van een Wood Wide Web aangetoond. Een vernuftige samenwerking tussen bomen en schimmels en bomen onderling. Onder de grond blijkt een fascinerende wereld te bestaan die nu stukje bij beetje verder in kaart gebracht wordt. Als ik dat lees, of er beelden van zie, raak ik steeds dieper onder de indruk van hoe vernuftig de schepping in elkaar zit en van hoe alles met elkaar verweven is.
Ook van een individuele boom kun je onder de indruk zijn. Een grote, oude eik bijvoorbeeld. Of een beuk met lange rechte stam en indrukwekkend brede kroon. Sta er maar eens een tijdje bij stil en leun tegen de brede stam. Laat je dragen door een boom die al heel wat heeft meegemaakt.
Als ik dat lees, of er beelden van zie, raak ik steeds dieper onder de indruk van hoe vernuftig de schepping in elkaar zit en van hoe alles met elkaar verweven is.
Bijzondere bomen groeien ook elders op de wereld. Zoals in Peru, een land met onvoorstelbaar veel variatie. Het Amazoneregenwoud in het oosten, de unieke bossen op de hellingen van de Andes en droge bossen aan de kust. De bomen die daar groeien zijn helemaal aangepast aan het droge klimaat. Een van die bomen is de Algarrobo (Prosopis pallida), ook wel mesquite genoemd. Een enorm veelzijdige boom, die niet alleen goed tegen droogte kan, maar ook voor mensen en dieren nuttig is. Samen met een aantal andere boomsoorten vormt de Algarrobo een uniek ecosysteem aan de noordkust van Peru. Deze bossen bieden een thuis aan allerlei bijzondere planten, vogels, reptielen en zoogdieren, waaronder de Peruaanse woestijnvos en de brilbeer. De Algarrobo boom was van groot belang voor de oude beschavingen aan de Peruaanse kust, en wordt ook nu nog omschreven met termen als de ‘held van de woestijn’, ‘zegen van boven’ en een ‘wonder van de natuur’. De peulen van de boom worden gebruikt als veevoer en van de vruchten wordt een siroop gemaakt. De wortels houden de grond vast en de takken zijn geschikt als brandhout.
Door ontbossing blijft er echter steeds minder over van deze unieke droge bossen. A Rocha Peru zet zich daarom samen met de lokale bevolking in voor de bescherming en uitbreiding van het droge bos. Dit doen ze door het aanplanten van de Algarrobo en andere inheemse soorten die in het gebied thuishoren. In de afgelopen jaren hebben ze op deze manier al 12 hectare bos aangeplant. De plannen om op verschillende plaatsen langs de noordkust nog 30 ha bos te herstellen en uit te breiden liggen al klaar.
Onze bossen hier, en de Peruaanse bossen daar. Een wereld van verschil. Maar ze groeien op dezelfde wereld, waar alles met elkaar verbonden is. Wat is het dan mooi om vanuit Nederland de aanplant van bossen in Peru te kunnen ondersteunen!
Door: Martine van Wolfswinkel – A Rocha Nederland