Hoop en wanhoop – de lessen van Elia
Is christen-zijn en wanhopig-zijn te verenigen in één persoon? Ik heb de laatste tijd veel over die vraag nagedacht. Na de klimaattop van afgelopen november kreeg ik, niet voor het eerst maar wel sterker, een gevoel van wanhoop. Ik had een groot deel van het jaar campagne gevoerd met Young Christian Climate Network voor klimaatrechtvaardigheid, en velen van ons waren bitter teleurgesteld over het resultaat van de top. We hadden sterk het gevoel dat de genomen beslissingen niet ver genoeg gaan om de aarde en de meest kwetsbaren te beschermen. Na alle moeite die we hadden gedaan, besloop ons het gevoel dat al ons werk voor niets was geweest.
Maar ook meer in het algemeen lijkt wanhoop tegenwoordig een al te bekende metgezel. Alleen al als we kijken naar de oorlog in Oekraïne, corona en de gevolgen van de ecologische crisis. Wie zou zich niet wanhopig voelen?
Ik voel me ook echt wanhopig, maar – zeker voor iemand als ik die ecologische theologie studeert – vraag ik me af of er een andere mogelijkheid is. Wat betekent het om goed te leven in moeilijke tijden? Is er een manier om tegelijkertijd te hopen en te wanhopen?
Ik moet hier denken aan het verhaal van Elia in 1 Koningen 19, waar het gaat over diepe wanhoop. In het zicht van de nederlaag vlucht Elia de woestijn in, gaat onder een bremstruik zitten en smeekt God om zijn leven te nemen: ‘Het is genoeg geweest Heer. Neem mijn leven, want ik ben niet beter dan mijn voorouders’. Het is duidelijk dat hij wanhopig en uitgeput is. Hij gelooft niet dat hij nog door kan gaan; ziet geen weg meer vooruit. Maar – misschien tot Elia’s teleurstelling – laat God hem niet sterven. In plaats daarvan stuurt God een engel die hem voedsel en bemoediging geeft en die hem uiteindelijk de kracht geeft om door te gaan.
Zelfs daarna zien we Elia worstelen met de enorme omvang van de situatie waarmee hij wordt geconfronteerd. Wanneer de engel hem verlaat, vindt hij de kracht om veertig dagen en nachten verder te reizen, om uiteindelijk uit te rusten in een grot bij de berg Horeb, waar hij door God wordt bezocht. Opnieuw doet Elia een beroep op God en klaagt dat hij volkomen alleen is, dat zijn medeprofeten zijn vermoord en dat hij niet weet wat hij moet doen. En weer laat God hem zien hoe hij verder kan gaan.
Misschien voel je je net zoals Elia in je wanhoop. Als we omringd zijn door overweldigend lijden, als het voelt alsof niets wat we doen verschil maakt, voelt het soms alsof we alleen nog maar weg kunnen rennen.
als het voelt alsof niets wat we doen verschil maakt, voelt het soms alsof we alleen nog maar weg kunnen rennen
Voor wanhoop hoef je je niet te schamen, en verdriet is niet iets onchristelijks. Voor velen van ons is wanhoop het resultaat van diep lijden en van strijd. De andere kant van wanhoop zou een onverschillige onwetendheid kunnen zijn ten opzichte van de ernst van de situatie. Deze laatste houding vormt mijns inziens een veel groter gevaar, niet in de laatste plaats omdat onwetendheid nu eenmaal geen luxe is die iedereen zich kan permitteren.
En toch, net zoals er gevaar schuilt in onwetendheid, is er ook gevaar in het blijven hangen in wanhoop; in het vermijden van dingen. Te lang blijven hangen in de verlamming van wanhoop over de toestand van de wereld, kan er toe leiden dat we de problemen van deze wereld niet echt onder ogen willen zien. Uiteindelijk gaan we dingen accepteren, waarbij we wel rouwen om de toestand van de wereld, maar elke mogelijkheid om dingen te veranderen afwijzen.
Het is opvallend en veelzeggend dat God Elia’s wanhoop niet aanpakt door hem te kastijden of door zijn pijn weg te nemen, maar in plaats daarvan door aanmoediging en hem te helpen inzien dat niet alles verloren is. En Elia is niet alleen in dit alles. In de diepte van zijn wanhoop voelt hij zich volledig alleen, maar aan het einde van hoofdstuk 19 zien we dat God hem zevenduizend Israëlieten belooft en Elisa vraagt om hem te komen helpen. Waar onze eigen wanhoop ons ertoe zou kunnen leiden om ons niet alleen van de wereld maar ook van elkaar terug te trekken, dient dit als een belangrijke herinnering om de gemeenschap te zoeken, want we kunnen veel meer samen dan alleen. Laten we ons niet laten verlammen door wanhoop, maar ons samen inzetten voor een betere wereld!
We kunnen veel meer samen dan alleen
Dat is niet eenvoudig. We moeten de tijd nemen om te leren hoe we het zelf en met elkaar vol kunnen houden. Geef jezelf ruimte voor verdriet en rust zodat we daarna verder kunnen. Er is veel werk aan de winkel om concreet na te denken over welke veranderingen we willen zien en hoe we die kunnen bewerkstelligen. Maar weigeren om op te geven en hoop houden is een goed begin.
Door Liz Marsch – eerstejaars student Ecologische Theologie aan de Universiteit van Edinburgh